top of page

stap 2 context verhelderen

context.jpg
Context: inventariseer iemands bronnen

Om het contact en het vertrouwen te verdiepen en om de achtergrond van de ander te leren kennen, is de contextvraag bedoeld. Wat is de achtergrond van degene die je begeleidt? Hoe is degene in Delft terechtgekomen? Wat zijn diens talenten? Hobby's? Hoe ziet diens privésituatie eruit? Wat wil hij/zij later worden? En de vraag die vaker terug zal komen gedurende het coachingstraject: Wat gaat er al goed en wat zou hij/zij graag anders willen? 

Video 7: context verhelderen: wie ben je? (Bron: Florida University)

Wat gaat goed?

In het oplossingsgericht coachen is het heel belangrijk dat je de ander in diens kracht zet. Het is daarom belangrijk in te zoomen op wat de ander al heeft bereikt. Het kan de eventuele zwaarte van de aanleiding om hulp te vragen wat verluchtigen. Ook boor je daarmee iemands successen aan en breng je de focus naar het positieve waarmee je de competenties die er al zijn, bekrachtigt. 

 

Voorbeeldvragen naar wat er goed gaat, zijn bijvoorbeeld:

  • Waar ben je tevreden over?

  • Wat gaat er goed tijdens je studie?

  • Wat zou je beste vriend over je zeggen waar je goed in bent?

  • Hoe ben je erin geslaagd je vwo te halen?

  • Hoe ziet een goede dag voor jou eruit?

  • Waar krijg je energie van?

Het hangt natuurlijk af van hoe het gesprek loopt wat een adequate vraag is. Soms vindt iemand het moeilijk om iets positiefs over zichzelf te zeggen. Als oplossingsgericht begeleider kun je dan expliciete hints geven om te benoemen wat wél goed gaat. 

Voorbeelden van positief omdenken zijn:

  • Dus je bent snel afgeleid maar je bent er wel in geslaagd je vwo te halen, dat is toch heel erg knap! (compliment) Hoe heb je dat dan bereikt? (vraag naar wat goed ging)

  • Dus als ik het goed begrijp, reis je heen en weer tussen Delft en Giethoorn en loop je nominaal. Dat is toch een hele prestatie! (compliment) Hoe lukt het jou om zo te plannen? (vraag naar wat goed gaat).

  • Dus je vindt het lastig om contact te maken maar intussen heb je het wel voor elkaar gekregen dat je je hebt aangemeld voor een buddyproject.(compliment) Hoe heb je dat dan voor elkaar gekregen? (vraag naar wat goed gaat).

Oefening in omdenken 
Hoe kun je een positieve draai geven aan de volgende problemen? 
  1. Student baalt van tentamen dat niet gehaald is.
  2. Student baalt van heen en weer reizen tussen Delft en thuis.
  3. Student weet niet hoe ze alle taken moet afkrijgen in het tweede semester.

snow white trusts people.jpg

Wat zou je anders willen?

Natuurlijk moet de aanleiding voor de hulpvraag ook aan bod komen. "Wat hoop je dat dit gesprek je brengt? Wat maakt deze sessie voor jou de moeite waard?", zijn goede vragen om daarnaartoe te werken.

Om de ander een goed gevoel over zichzelf te geven, etiketteer je de zaken zo positief mogelijk, ook als je struikelblokken bespreekt. Het helpt als je vragen toekomstgericht zijn en je deze zoveel mogelijk formuleert in leerdoelen. Leerdoelen impliceren dat je een proces in gaat en fouten mag maken. Ook impliceren leerdoelen kleine stapjes die haalbaar zijn.

Voorbeeldvragen met leerdoelen die gericht op de toekomst zijn:

  • Waar wil je beter in worden?

  • Welke vaardigheden wil je leren?

Positieve ontwikkelingsvragen

In oplossingsgericht coachen probeer je de zaken een beetje luchtig te houden. Hieronder voorbeelden van hoe je valkuilen positief etiketteert en als toekomstgericht leerdoel verwoordt.

Vergelijk de volgende negatieve en positieve voorbeelden:

x Je kunt je niet concentreren.

v Je zou graag leren hoe je focus houdt.

x Je kan geen vrienden maken.

v Je zou willen leren sociale contacten te maken.

x Je kan niet tegen verandering.

v Je wil leren flexibeler te reageren op verandering.

Je kunt de ander nog meer in diens kracht zetten door een compliment te koppelen aan diens leerdoel.

v Je zou graag leren hoe je focus houdt. Intussen heb je je aangemeld voor dit traject en zijn we al bijna een half uur aan het praten over jouw leerdoel. Volgens mij heb je al heel veel focus laten zien.

v Je zou willen leren sociale contacten te maken. Intussen zitten wij hier al een half uur heel gezellig te kletsen!

v Je wil leren flexibeler te reageren op verandering. Maar je bent kort geleden in Delft gaan wonen, bent aan een studie begonnen, moet nu voor je eigen maaltijden zorgen, en je zit hier toch maar mooi te vertellen welke veranderingen je allemaal al hebt overwonnen! 

Video 8: wat gaat goed en wat wens je jezelf toe? In deze video worden deze vragen gerelateerd aan het doel om minder alcohol te drinken. Je kunt deze contextvraag dus op verschillende momenten inzetten, in dit geval bij het doel. (Bron: Florida University)

Oefening

Als je buddy wordt,

heb je zelf ook ongetwijfeld leerdoelen. Beschrijf eens wat je al kan als je iemand begeleidt en wat je nog zou willen leren.

Probeer dit zo positief mogelijk te verwoorden.

Ook bij het verhelderen van de context zet je actieve luistervaardigheden in zoals knikken, hummen, samenvatten, doorvragen en complimenten geven.
 
Samenvattende zinnen:
  • Dus als ik het goed begrijp...
  • Wat ik je hoor zeggen, is... Klopt dat?
  • Heb ik het goed als ik zeg dat je....
Doorvragende zinnen:
  • Kun je meer vertellen over...
  • Wat bedoel je precies met...
  • Wat betekent dat voor jou?
  • Hoe ziet dat eruit voor jou?
rock-architecture-structure-wood-old-wal

Probleem of beperking?

 

Vaak is het lastig om te benoemen wat precies het struikelblok is en of het voortvloeit uit een beperking of uit iets anders. Een probleem is in principe oplosbaar, een (functie-)beperking niet. Wel kun je met de gevolgen van een beperking leren omgaan. Het is belangrijk dat helder is of de hulpvraag een probleem of een beperking betreft. Benoem gerust dat het altijd even zoeken is naar de hulpvraag. Dat is iets wat je samen doet.

Problemen zijn bijvoorbeeld:

- geen kamer hebben

- niet voldoende studiepunten hebben

- tentamenstof niet snappen

- ruzie met huisgenoten

Beperkingen zijn bijvoorbeeld:

- geen emoties kunnen interpreteren

- geen overzicht hebben in nieuwe situaties

- niet kunnen plannen

- niet kunnen concentreren

- moeilijk aansluiting krijgen met leeftijdgenoten

Het is trouwens niet altijd duidelijk of iets een probleem of een beperking is. Bijvoorbeeld: door veel te oefenen kan iemand die niet goed is in sociale contacten leggen, zich daar toch wel in bekwamen. De mate waarin het dan nog als beperking wordt beschouwd, hangt af van de persoon zelf.  

© Josje Kuenen, 2014-2020

 

bottom of page